“Dit boek biedt een unieke inkijk in het leven van Frida Wolf, de dochter van de directeur van de koepelgevangenis in Haarlem. Het boek combineert scherpe humor, ontroerende momenten en herkenbare situaties tot een meeslepend geheel. De dialogen zijn niet alleen humoristisch en vlot geschreven, maar weten ook het ongemak en de pijn van menselijke relaties glashelder over te brengen.”

“Sommige scènes voelen als een spiegel van het dagelijks leven, terwijl andere meer weg hebben van satirische sketches met een komische ondertoon. Het is een boek dat emoties oproept: je lacht, voelt mee en ervaart plaatsvervangende schaamte.”

“Naast de persoonlijke verhalen krijg je ook een bijzondere blik op de stad Haarlem. Voor wie daar woont of gewoond heeft, zullen de beschreven locaties extra tot de verbeelding spreken. Dit maakt het verhaal nog tastbaarder en herkenbaarder.”

“Een van de meest opvallende personages is Frida’s vader, een excentrieke man met tegenstrijdige eigenschappen. Hij rookt en drinkt veel, heeft een obsessie voor netheid, maar weet zelf niet altijd van andermans spullen af te blijven. Als gevangenisdirecteur heeft hij een fascinerende kijk op de wereld: hij lijkt meer affectie te voelen voor de gevangenen dan voor mensen buiten de gevangenis. Toch is hij bovenal een vader die, hoe imperfect ook, op zijn eigen manier probeert goed te doen.”

“Het boek biedt niet alleen een intrigerend verhaal, maar ook een informatief element. Rond de hoofdstukken staan kaders met weetjes over de koepelgevangenis. Je leert over de architectuur, de bouwgeschiedenis en meer, wat een interessant contrast vormt met het persoonlijke verhaal van Frida.
Dit boek is een aanrader voor iedereen die houdt van verhalen over menselijk ongemak en relaties. Het laat zien dat ouders ook maar mensen zijn, en dat perfectie niet bestaat. Een boek dat ontroert, amuseert en je laat nadenken over hoe we allemaal op onze eigen manier proberen te navigeren door het leven.”