Welke vragen stel je tijdens het voorlezen?

Gepubliceerd op: 10 januari 2024 09:56

meester leest voor aan groep kinderen

Voorlezen is méér dan alleen het verhaal vertellen. De fantasie van je kind wordt geprikkeld en de taalvaardigheid wordt verbeterd. Welke vragen kan je stellen om het voorlezen nóg leuker te maken? Wij geven je tips!

Waarom vragen stellen tijdens het voorlezen?

Als je tijdens het voorlezen vragen stelt, gaan kinderen beter nadenken over het verhaal. Ze leren nieuwe woorden en begrijpen beter wat er gebeurt. Ook kunnen ze verbanden leggen: waarom doet een personage iets, of wat zou er daarna kunnen gebeuren? Het maakt het verhaal spannender en leuker. Door vragen te stellen, ga je echt in gesprek! Zo wordt voorlezen niet alleen leerzaam, maar ook een gezellig moment samen.

Vragen om te stellen tijdens het voorlezen

Voordat je begint met voorlezen

  1. Wat denk je dat er in het verhaal gaat gebeuren?
  2. Als je naar de voorkant kijkt, waar zal het verhaal over gaan?
  3. Wie zie je op de voorkant van het boek?

Tijdens het voorlezen

  1. Wat zou jij doen als jij hem was?
  2. Wat spannend, hoe denk je dat dit verhaal gaat aflopen?
  3. Waarom denk je dat hij dit deed?
  4. Wat vind je van de bloemen/cadeau's/het eten?
  5. Wat zou jij meenemen onderweg / naar de verjaardag / op reis?

Na het voorlezen

  1. Wat vond je het allerleukste van het verhaal?
  2. Wie vond je het leukste in het verhaal?
  3. Wie zou jij willen zijn in het verhaal? (of wie juist niet!)
  4. Wat denk je dat [de personages] nu gaan doen, nu het verhaal af is?

Extra tips

  1. Stel vragen op basis van de leeftijd. Jonge kinderen kunnen moeilijke vragen nog niet goed beantwoorden. Alleen al "Zie jij de kat?" zijn leuke vragen om te stellen. Oudere kinderen kunnen diepgaande vragen beter beantwoorden.
  2. Er zijn geen foute antwoorden! Er is altijd ruimte voor fantasie. Wijst het kind een koe aan in plaats van een kat? Stel dan bijvoorbeeld de vraag: waarom denk je dat dit de kat is?
  3. Wees geduldig! Soms moeten kinderen iets langer nadenken over je vraag.
  4. Wijs de illustraties aan in het boek als je ergens over praat. Zo kan je samen makkelijker bespreken wat je ziet en betrek je je kind er direct bij.

De 5 W-vragen

Door de 5 W-vragen toe te passen tijdens het voorlezen wordt het interactief (Wie, wat, waar, wanneer, waarom). Het stimuleert niet alleen de taalontwikkeling, maar ook het vermogen om verhalen te analyseren en te begrijpen. Ook prikkelt het de verbeelding van kinderen en zorgt het ervoor dat hun empathisch vermogen groter wordt.

Máár, na het stellen van de vragen is het nog niet klaar! Het ontdekken gaat veel verder dan alleen het voorlezen van het boekje. Je kunt ook de illustraties samen bekijken en het aanwijzen en benoemen van details. Hierdoor wordt het voorlezen nóg levendiger!