Meer dan 400 jaar lezen
Haarlem was een van de eerste steden in de Noordelijke Nederlanden met een eigen 'librije'. Na het Spaanse beleg van 1572-73 kreeg Haarlem bezittingen van kloosters als tegemoetkoming voor de geleden schade. Hiermee werd de basis gelegd voor de huidige Bibliotheek.
Vroedschap
In 1596 besloot de Haarlemse vroedschap (het stadsbestuur) een Bibliotheek te stichten. Waarschijnlijk kwam die in de ruimte boven de sacristie in het Dominicanenklooster, tegenwoordig een onderdeel van het Haarlemse Stadhuis. In 1625 verwierf Haarlem de complete Bibliotheek van de Commanderij van St. Jan en in 1672 verscheen de eerste gedrukte catalogus (35 pagina's) van het bezit van de Stadsbibliotheek.
Bezoek
We weten maar weinig over het bibliotheekbezoek in de eerste eeuwen. Het bibliotheekbezoek van toen is niet te vergelijken met dat van nu. Destijds was de ‘Librije’ een echte wetenschapsbibliotheek. Uit het 17e-eeuwse bibliotheekreglement blijkt dat de collectie een gift van het stadsbestuur ten algemene nutte was. Liefhebbers konden voor fl. 3,- per jaar de sleutel van de Bibliotheek huren. Het College van curatoren van de Latijnse school hield toezicht, een echte bibliothecaris was er nog niet: de Bibliotheek werd beheerd door leraren van de school.
De Vries
Pas in 1821 werd de eerste bibliothecaris aangesteld: Abraham de Vries. Zijn aanschafbeleid kenmerkte zich door trots op zijn stad Haarlem en een grote belangstelling voor de boekdrukkunst. De Vries was ervan overtuigd dat Laurens Janz. Coster de boekdrukkunst had uitgevonden. Hij schafte zo veel mogelijk vroege drukken aan en verzamelde alles wat de Costerclaim kon ondersteunen. Het is de basis geweest voor een uitgebreide verzameling over Coster, de typografie en de boekdrukkunst. Een andere belangrijke verdienste van De Vries was de uitgave van een driedelige gedrukte catalogus van het gehele bezit van de Bibliotheek.
Openbaar
Een eeuw later, in 1921, nam het Haarlemse stadsbestuur het initiatief om aan de Stadsbibliotheek een tweede functie toe te kennen: die van openbare leeszaal. Dit belangrijke besluit betekende dat de Bibliotheek zich op een veel breder publiek richtte.
Verzelfstandiging
De Stadsbibliotheek bleef een gemeentelijke instelling tot 1 juni 2008. Vanaf die datum is ze een zelfstandige stichting geworden. De gemeente besloot tot die verzelfstandig, omdat de Bibliotheek zo meer bestuurlijke vrijheid kreeg. Ook kon ze bedrijfsmatiger en klantgerichter werken.
Fusies
Traditioneel heeft elke gemeente zijn eigen Bibliotheek. Maar vanwege de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen kan een grote Bibliotheek vandaag de dag beter bij de vraag van bezoekers aansluiten dan een kleine. Daarom zijn de Bibliotheek Haarlem en omstreken en de Openbare Bibliotheek Heemstede, die altijd al nauw samenwerkten, in 2008 gefuseerd onder de naam de Bibliotheek Haarlem en omstreken.
Op 1 januari 2013 volgde de fusie met de Bibliotheek Duinrand, de Bibliotheek die in 2006 ontstaan is uit de gemeentelijke Bibliotheken van Bloemendaal, Zandvoort, Bennebroek, Vogelenzang en Hillegom. De nieuwe Bibliotheek kreeg de naam de Bibliotheek Zuid-Kennemerland en telde aanvankelijk 12 vestigingen.
De Bibliotheek Zuid-Kennemerland wordt onder meer gesubsidieerd door de gemeenten Bloemendaal, Haarlem, Heemstede, Hillegom en Zandvoort op basis van prestatieafspraken.
Als openbare Bibliotheek is de stichting aangesloten bij de landelijke koepelorganisatie van Openbare Bibliotheken. Deze zet zich in voor de ontwikkeling van een gezamenlijke visie, strategie en positionering voor de bibliotheekbranche.