Opgroeien naast de Koepel: Maria Kager bij Zinnen op Zondag
Het is zondag 24 november als Maria Kager te gast is bij Zinnen op Zondag in de Doelenzaal van de Bibliotheek Haarlem Centrum. ‘De laatste keer dat ik hier was, was dit nog een studiezaal en blokte ik voor m’n examens’, vertelt de schrijver. ‘In mijn herinnering was het toen een stuk groter.’
De schrijver van het boek ‘De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf’ groeide, net als de hoofdpersoon Frida, op naast de Koepelgevangenis in Haarlem. Zij als dochter van de onderdirecteur, de hoofdpersoon als dochter van de directeur. ‘Ik begon een stuk autobiografischer dan het boek uiteindelijk geworden is’, vertelt Kager. Tegenover haar op het podium zit interviewer Winston Brandon, wiens ouders bij de Koepel gewerkt hebben. ‘Maar toen ik mijn eigen leven steeds meer losliet en Frida een eigen karakter ging geven, ging het schrijven steeds makkelijker’.
Zo ontstond het verhaal van Frida Wolf, deels gebaseerd op haar eigen jeugd en leven, deels verzonnen. ‘Als wetenschapper moet je alles verantwoorden. Elk stukje heeft bronvermelding nodig. Het was heerlijk om het wetenschappelijke los te laten, er ging een wereld voor me open. Alles was weer mogelijk.’ Toch zit er veel van haar eigen opvoeding en jeugd in het boek. ‘De verhalen van mijn vader waren nooit saai. Maar het heeft twee kanten, aan de ene kant spreekt het gevangenisleven en de verhalen enorm tot de verbeelding. Aan de andere kant, het is niet gezellig. Soms zelfs luguber.’ Het is een thema dat door de pagina’s heen goed te voelen is. ‘In mijn jeugd heb ik altijd al meegekregen dat niet per se alle boeven in de gevangenis zitten en alle goede mensen daarbuiten zijn. Wie zijn nou daadwerkelijk de boeven?’
In het schrijfproces wist ze soms niet eens goed meer of iets nou was verzonnen of echt gebeurd. In het boek windt Frida zich op over een kind dat in therapie is bij haar moeder, die kinderpsycholoog is. ‘Frida noemt haar het schreeuwmeisje’, vertelt Kager. ‘En volgens mij noemde wij haar ook zo toch?’ vervolgt ze terwijl ze naar haar zus in het publiek kijkt. Het schrijfproces voelde erg vrij, ze had immers van haar uitgever te horen gekregen dat de kans dat je eerste boek slaagt klein is. ‘Ik dacht dus de hele tijd: niemand gaat het toch lezen.’ Terwijl het publiek lacht voegt ze er nog aan toe ‘als ik dit wist, had ik wel beter m’n best gedaan!’
Afsluitend neemt de schrijver nog ruim de tijd om met het publiek in gesprek te gaan. Dan blijkt dat ook de lezers zich afvragen wat nou echt gebeurd is en wat verzonnen is: ‘Heb je echt met een flamingo op schoot in een auto gezeten?’ Ja, dat blijkt echt gebeurd te zijn.
Wil je ook eens een zinnen op zondag bijwonen en in gesprek gaan met een schrijver? De Bibliotheek ontvangt op 1 december auteur Mohammed Benzakour van het boek 'De reus uit de Rif', kaarten zijn hier te bestellen.